Het verhaal van Evelien

Hoe het begon bij Evelien

Zomer 2014. Ik ben hoogzwanger van ons vierde kindje. Wat in mijn geval vooral betekent dat ik goedgezwollen rondwaggel en mijn energie probeer te verdelen tussen het broeden op 1 inwendig kind en het passen op de drie andere uitwendige exemplaren. Ik heb mijn verlof opgenomen op het werk, dus in principe ben ik thuis om te kunnen genieten van mijn nageslacht, maar naarmate het einde van het schooljaar nadert begin ik toch lichtjes te panikeren omdat ik het nagelaten heb om in te schrijven voor sportkampjes, speelpleinwerkingen of avontureninitiaties allerhande. Niet enkel waren deze razendsnel volzet, we hadden er ook de centjes niet voor en praktisch is het al helemaal niet evident om van hot naar her te rijden en zoals een melkboer op ronde, kinderen op te pikken en af te zetten op verschillende locaties en tijdstippen.

Ik ben in de Stuyverij wanneer ik deze mijn verzuchtingen uit en al snel blijkt dat nog een aantal mama’s met dezelfde problemen worstelen: betaalbare, betrouwbare en beschikbare opvang voor hun schoolgaande kinderen wanneer de school de boeken toe doet. Drie belangrijke B’s waar we niet meteen een pasklare oplossing voor hebben, tot er wilde plannen ontstaan om via een beurtrolsysteem op elkaars kinderen te letten! Eefje van de Stuyverij is meteen enthousiast en stelt voor dat we haar locatie mogen gebruiken als we het project verder kunnen uitwerken. Er wordt nog een aantal keer over vergaderd, er komen extra ouders bij terwijl anderen dan weer afhaken omdat het allemaal nogal ‘hippie’-achtig en chaotisch overkomt, maar wanneer eind juni de schoolpoort onverbiddelijk dicht gaat is er wel een uitgewerkt model voor een aantal dagen ‘solidaire kinderopvang’. De zwangerschapsdementie die me toen de parten speelde belet mij nu om glasheldere herinneringen boven te halen aan de exacte invulling van het schema, maar het komt er op neer dat ik mijn kinderen een aantal dagen kan ‘droppen’ in de Stuyverij en dat ze hier de tijd van hun leven genieten met hun vriendjes en telkens 2 ‘babysits’ van dienst. Zelf sta ik ook een paar keer met dikke buik tussen het kindergeweld. En telkens blijkt dat geweldig goed mee te vallen. De drukte waar ik zo voor vreesde is afgezwakt tot aangename bedrijvigheid. De kinderen houden elkaar goed bezig of spelen buiten in afwachting van een activiteit die de andere begeleider of ik in elkaar gestoken hebben (denk hierbij aan een minimum van inspanning zoals ‘boetseren met zoutdeeg’ of ‘maskers verven’ of ‘cupcakes versieren’). We lezen talloze boekjes (zomer 2014 bleek nogal een nat exemplaar), we maken veel soep en fruitsalade maar weinig ruzie en zowel de kinderen als de ouders blijken heel erg tevreden over de creatieve manier waarop we ons opvangprobleem hebben aangepakt. Die zomer kan ik dus afsluiten met een heel tevreden gevoel, de geruststelling dat geen opvangprobleem te groot is als je samenspant én een wolk van een baby (de volle 58 cm zowaar). En als ik nu zie, hoe zowel mijn eigen zoon als het Cokido-kindje ondertussen zijn uitgegroeid tot ferm actieve kapoenen, dan ben ik trots dat ik mee aan de wieg mocht staan van wat eerst een zot idee leek, maar uiteindelijk de perfecte oplossing was voor een probleem waar veel ouders mee worstelen.